Vignarola - bruschetta zevenblad pesto

Afgelopen maand heb ik elke week een upcycling recept op Instagram gezet waarmee je aan de slag kunt gaan. We begonnen met picallily, vichyssoise, daarna panazalla. Deze week ga ik dubbelop. In plaats van de groentenla duik ik de tuin en de wijk in. Er verdwaalt veel in je groene afvalbak waar je nog iets mee kunt.

Deze vignarola is officieel een voorjaarsstoof uit Rome. Maar als je m groentepotje noemt kan ie de hele zomer door. Koud, lauw en warm lekker. Het zit een beetje tussen een soep en een eenpansmaaltijd in. Een ‘tussen’ recept wat goed past bij een tussendag qua temperatuur. Wel ‘met zonder jas’, maar niet in bikini, zo’n zomerdag. Officieel hoort er sla, munt en bosui in, naast de doperwten en de tuinbonen. Verliefd op de kleuren op de foto besluit ik te werken met wat ik kan vinden. Ik zoek in mijn tuin, op de dijk en in onze mini-spar. Verse tuinbonen en erwten zijn alweer voorbij, maar ik vind diepvries ook prima. (Zo van het veld naar je bord, zonder naar Polen te reizen om te worden gewassen. Diepvries uit eigen land is niks mis mee). Artisjokken zijn in blik, ook ter plekke ingelegd.

Ingrediënten voor vier personen

  • 1 bakje oesterzwammen (in de lengte scheuren in smalle reepjes)

  • 100 gr tuinbonen (vers of diepvries)

  • 100 gr doperwten (vers of diepvries)

  • 1 preistronk (in ringen gesneden)

  • 1 blikje artisjok harten

  • 100 gr volkoren pasta (sabonoedels van boekweit of volkoren spaghetti)

  • Scheutje ketjap

  • 100 ml groentebouillon

  • 50 gr brandnetel toppen

  • Paar takjes munt

  • (Oud) brood

  • Pesto van zevenblad (zevenblad, parmezaan, knoflook, zonnebloempitten, olijfolie en dan malen. Voor recept en verhoudingen zie het recept)

Methode

Dit is een mooi recept om je de principes van ‘nooit de smaak weggooien’ uit te leggen. Ik denk de grootste les die ik leerde op koksschool. Als je er op gaat letten wordt het jou ook duidelijk. Bij het afgieten van groenten spoel je niet allen kleur, maar smaak en voedingsstoffen weg. Na het bakken van champignons zit er smaak in de pan die je dus niet bij de afwas zet.

Dus: pan met dikke bodem gebruiken, waar het hele gerecht in past. Je begint met de paddestoelen. Pan op een middelhoog vuurtje goed warm laten worden en de champignons zonder vet onder af en toe schudden bruin en een beetje stevig laten worden. Als ze klaar zijn afblussen met een scheutje ketjap. In een bakje bewaren.

Beleg de bodem van de pan met de gewassen preiringen. Scheutje water en scheutje olie en dan op midden laag vuur laten smoren tot zacht en een klein beetje gekleurd. Een keertje omdraaien. Kook ondertussen in een ander pannetje de pasta in een beetje water (twee keer zoveel als de pasta). Als de pasta gaar is, afspoelen met koud water in een vergiet, maar bewaar het vocht uit het pannetje (wat lekker gebonden is door het zetmeel).

Haal het velletje van de helft van de tuinbonen af. Dit kun je ook niet doen, maar ze worden er zo lekker zoet en groen van. (De velletjes kun je meedraaien met je pesto, belanden die ook niet in de kliko)

Als je prei gaar is zet je het vuur uit, dan heb je wat meer controle. Voeg de erwtjes, tuinbonen en de afgegoten en in twee of vier stukken gesneden artisjokken toe. (Als de artisjokken in water zaten dan doe je dat vocht erbij. In olie dan beter van niet, gebruik die olie maar voor je pesto). Doe het water van de pasta erbij en de groentebouillon. Proef of lekker op smaak, ander zout en peper erbij.

Zet een steelpannetje met water op. Als het kookt blancheer je daar de bladeren van de brandnetel in. 30 seconden is genoeg om de brandharen uit te schakelen. Nu zijn al je voorbereidingen klaar. Vergeet niet de pesto te maken en het brood te toasten. Ik doe dat altijd in een koekenpan met dikke bodem, dan hoeft er geen olie of vet bij.

Bruschetta van zevenblad en zonnebloem pit.

Op het moment van serveren verwarm je de soep. Lauwwarm of heet serveren, waar je zin in hebt. Maak altijd je bord warm -vooral als je buiten eet fijn om de temperatuur te houden- en drapeer de groenten erop. Voeg net genoeg vocht toe. Maak het af met de sliertjes oesterzwam, geblancheerde brandnetel en een toastje met zevenblad pesto. Snijd de munt in sliertjes, voeg toe. Voila.

Previous
Previous

Wie zaait zal oogsten

Next
Next

De coleslaw van Shirma Rouse